zaterdag 17 januari 2009

Hedendaagse slavernij

Gisteren had ik een onverwacht gesprek met mijn mennonietse buurvrouw en huisbazin, wat ik even kwijt moet. Pff, wat een conservatief gedachtegoed zeg! Ik ben er subtiel op ingegaan, voorzichtig met hoe ik dingen uitdrukte, en vooral niet laten blijken dat ik wel degelijk een kant kies in deze ingewikkelde situatie van naast elkaar levende culturen, en dat het níet die van de mennonieten is..
Weet je, voor hen zit het heel simpel in elkaar, omdat het allemaal Gods weg is. God heeft hen naar de Chaco gebracht. God wil dat zij hard werken, en de indianen Zijn Woord brengen en hen laten zien wat de juiste weg, de weg van de toekomst is.
Eigenlijk nog best wel open-minded zei mijn buurvrouw: “Ze hoeven niet eens persé te worden als de mennonieten, of als andere gelovigen, daar gaat het niet om. Het gaat om de bijbel. In de bijbel staan Gods woorden, dát is de waarheid. Zó moet iedereen worden, en het is onze taak om hen (‘de wilden’) dat te leren.”

We begonnen dit gesprek doordat ze kwam vragen of ik mijn stoep wilde vegen, aangezien dat ook bij mijn stek hoort.. Een beetje verbouwereerd antwoordde ik dat ik dat morgen zou doen. Ondertussen dacht ik: “Waar bemoei je je mee, zeg? Als het bij mijn stek hoort, heb jij er niets over te zeggen!” Maar goed, ik moet haar echt te vriend houden, en bovendien ben ik zo’n perfecte huurder dat ik mijn stoep in de snikhitte al meerdere keren geveegd heb sinds ik hier woon, omdat ik zelf ook van opgeruimd houd. Ondanks dat ze me de hele dag in de gaten houd, heeft ze dat kennelijk nooit opgemerkt..
Ze vertelde dat haar schoonmaakster er vandoor is gegaan, en ze zich nogal bedrogen voelt. Haar schoonmaakster had namelijk in eerste instantie zelfs gevraagd of ze het nieuwe jaar een dag extra kon komen werken. Daar ging buurvrouw mee akkoord, en nu is ze ineens in dienst gegaan bij een andere familie. Wel heeft ze buurvrouw nog aangeboden iemand anders te sturen. Buurvrouw heeft een kleine scène geschopt, want zij wil geen anderen. “Die weten namelijk niet hoe ze moeten schoonmaken. Er zijn er maar weinigen die dat kunnen; goede schoonmaaksters zijn zeldzaam. Die mensen zien namelijk niet wat vuil is. Kennen geen hygiëne”. Ze zegt dat zelfs haar ex-schoonmaakster niet alle vuil zag, maar wanneer zij zich verplaatste in waar ze vandaan kwam, kon ze dat wel begrijpen..

Voor alle duidelijkheid: Bijna iedere mennonieten familie heeft een indiaanse schoonmaakster; liefst twee. Voor mij een hedendaags voorbeeld van slavernij, wat pas teniet gedaan zou worden wanneer ik een blanke zie schoonmaken of tuinieren in andermans huis. De knechten (lekker bijbels woord) gaan namelijk naar een aparte wc; een hok achterin de tuin. En krijgen voedsel, wat ze buiten moeten opeten. Vaak hebben ze een lening of voorschot nodig om bijvoorbeeld naar het ziekenhuis te kunnen. En zo raken zij op alle mogelijke manieren afhankelijk van hun bazen. In ieder geval roept dit voor mij beelden op van slavernij tijden in Suriname. De blanken in hun grote huizen, volledig verzorgd door zwarten. Mennonieten zien hier niets verkeerds in. In de bijbel staat dat je vele slaven/knechten kunt houden, mits je ze goed verzorgd. Mijn buurvrouw is een vrome vrouw, en verzorgt haar knechten dan ook goed. Ze krijgen voedsel, en ze leent ze geld wanneer nodig. Ze praat normaal tegen ze, en mishandelt ze niet (en ik heb ook andere verhalen gehoord!). Helaas heeft ze vaak meegemaakt dat zelfs goede schoonmaaksters toch dingen stalen, en bovendien logen. Ze zegt: “Weet je, die mensen liegen en stelen, want dat wordt in hun cultuur niet als slecht gezien.” Dat dat te maken heeft met het feit dat de indiaanse culturen het idee van privé eigendommen (materialen) nooit echt hebben gekend (iedereen beschikte over dezelfde spullen, dus materialisme bestond niet), is een gedachte te ver.. Niet dat ik stelen hiermee goedpraat, maar er zit zoveel meer achter dan alleen maar de simpele beredenering dat deze mensen dus slecht zijn, en geholpen moeten worden om de juiste weg van God te vinden.

Een andere negatieve karakteristiek van ‘die mensen’ is dat zij lui zijn. En dat is iets waar een goede mennoniet absoluut niet tegen kan, want werken is hun levensmotto. Ik probeer uit te leggen dat onze definitie van ‘werken’ nogal anders is dan die van hen, en dat er voor hen andere concepten gelden die belangrijker zijn. Wat buurvrouw als ‘lui’ definiërt bij de indianen, is in feite voor hen altijd een belangrijk concept geweest in hun cultuur: Werken betekent voor hen voornamelijk voedselvoorziening (jagen, verzamelen). Maar vrije tijd, de tijd nemen om te rusten, te delen, bij elkaar te zitten, is voor hen zeker zo belangrijk en zelfs een spiritueel onderdeel van hun cultuur. De tijd nemen om met geest en lichaam in balans te komen en blijven met de dimensies in en om je heen (het voeden van je geest), is voor hen net zo van levensbelang als voedselvoorziening (het voeden van je lichaam).
Ik raak op dreef want ik kan een link leggen met mijn vorige veldwerk!: Bij de Indiaanse Trio in Suriname is het bijvoorbeeld ook van levensbelang dat je ‘gelukkig’ bent. Tevens een onderdeel van de standaardbegroeting waarvan verwacht wordt dat je daar een positief antwoord op geeft. Wanneer je niet gelukkig bent, is het je eigen verantwoordelijkheid om dit zo snel mogelijk weer te worden, om zo snel mogelijk weer in balans te komen met de verschillende dimensies om je heen (naast de fysieke wereld die we in het westen kennen, is er ook de geestenwereld), anders word je ziek en kun je zelfs sterven.

In de indiaanse culturen hier in de Chaco leer ik dat die tijd van rust en vooral het delen met elkaar en elkaars gezelschap heel belangrijk is. Dit brengt me meteen op het volgende punt wat buurvrouw ziet als een negatief aspect van de cultuur van ‘die mensen’: het delen. Buurvrouw zegt dat zij genoeg indianen kent die geld verdiend hebben, maar het vervolgens thuis moeten delen met hun gehele familie en clan. Dit willen ze vaak niet, maar ze kunnen niet anders. Er zijn namelijk altijd familieleden die ‘slecht’ zijn, niet willen werken, maar anderen wel dwingen hun geld met hen te delen.
Weer schiet ik in de verdediging. Dat delen is een concept wat heel hoog in het vaandel staat bij de indiaanse culturen (het spirituele aspect liet ik dit keer maar weg). Voorheen ging dit echter voornamelijk om voedsel. Nu is er de invloed van geld, een individueel westers middel (geld verdien je als individu als je hard werkt als individu). Logisch dat indianen die tegenwoordig geld verdienen als schoonmaakster, dit geld niet meer zomaar willen delen met hun familie. Met dit zuurverdiende geld kun je namelijk allerlei westerse luxe dingen kopen. Geld creëert individualisme en egoïsme. In onze cultuur past dit. In hun cultuur niet. Het is dus niet het ‘delen’ wat een negatief aspect is aan hun cultuur. Nee, de invloed van geld, een concept van ónze cultuur, is het negatieve aspect!
Volgens buurvrouw is de oplossing overigens simpel: Ze moeten zich losweken van hun slechte familieleden, en apart gaan wonen. De mensen die wél willen werken (en dus ‘goed’ zijn) kunnen hun zuurverdiende geld dan voor zichzelf houden! Ik dacht bij mezelf: “En dus zo worden als wij blanken…”

Oef! Hoe kun je dingen toch zo eenzijdig bekijken, zelfs met de intelligentie van buurvrouw (want ze is zeker wel snugger, die oude dame). Hoe kun je toch bedenken dat je de waarheid in pacht hebt, terwijl je niet eens communiceert met ‘die andere mensen’, op z’n minst!
Ik vrees dat het antwoord ligt in het feit dat men klakkeloos en letterlijk de bijbel, de woorden van God, volgt. Dat wil zeggen: de interpretaties die zij hieraan geven. Want zoals we allen weten is de bijbel gelukkig op vele wijzen te interpreteren. En mijns inziens heeft de bijbel meer diepgang dan het zomaar letterlijk nemen, en dit als enige waarheid te zien.
Dit fundamentalisme zorgt voor oogkleppen, arrogantie, en respectloosheid voor andere culturen en andersdenkenden. En in een wereld als in de Chaco, een vrij jonge wereld wat cultuurdiversiteit betreft (pas honderd jaar!), is dit levensgevaarlijk. De culturen zijn zo extreem verschillend, staan lijnrecht tegenover elkaar. Bovendien gaat er een heftige recente geschiedenis vooraf aan deze huidige situatie. Verder spelen de afgelegenheid van het gebied, en het klimaat een belangrijke rol en maken het leven hier niet makkelijk. Iedere cultuur heeft daar eigen oplossingen voor gevonden, maar die gaan helaas totaal niet samen. En last but not least; de missiedrang van de mennonieten.

Onze toonhoogten zijn tijdens het gesprek toch een beetje opgelopen, merk ik. Vooral die van mij, en ik besef ineens ook dat vooral ík aan het woord ben.. Naarstig zoek ik dus naar wat diplomatieke zinnen om dit gesprek tot een goed en vredevol einde te brengen. Ik zeg tegen haar: “Ik ben natuurlijk maar een buitenstaander, en voor mij zijn de grote verschillen in de culturen hier mateloos interessant. Maar ook zie ik hoe moeilijk het is om samen te werken. Dagelijks kom ik via werk deze kwesties tegen. De schuld ligt niet bij de een of de ander. Daar gaat het ook niet om. Waar het wel om gaat is dat er een manier gevonden moet worden om te leren samenwerken, elkaar te respecteren én te leren van elkaar, want de toekomst hier in de Chaco zal gezamenlijk zijn. En dat is een flinke uitdaging!”

Buurvrouw knikt instemmend, en na een korte stilte wijst ze naar mijn hangmat, en vraagt of ik af en toe in de buitenlucht slaap..

maandag 12 januari 2009

En nog wat vakantiefoto's..


Quebrada de Humahuaca - Arg


Hoog, droog, en koud


Op het zoutmeer in Argentinië


Dorpje tegen de Berg met 7 Kleuren


Villazón - grensplaats Bolivia

Toonbeeld van feminisme!

Lieve allemaal!

Het werkende leven weer begonnen voor iedereen! Na bijna een maand uit Filadelfia weg te zijn geweest, kost het me even wat moeite om mijn gedachten te ordenen en de werk-vibes weer op te roepen. Mijn eerste kop mate is alweer over mijn laptop gevlogen.. Maar ik kreeg een warm welkom op kantoor, o.a. bestaande uit een enorm kerstpakket; een rieten mand met allerlei lekkers, champagne, glazen, en een lederen agenda!

Drie weken in de koude hooglanden van Bolivia gezeten, en nu weer terug in de hitte van de Chaco. Ik kon meteen zien dat het abnormaal weinig geregend had, want de vijver bij het kantoor is compleet opgedroogd. En dat terwijl we ons in hoogtij regenseizoen bevinden! Het grillige klimaat van de Chaco.. Hoewel ook Nederland een bijzonder klimaat laat zien deze dagen: heel Nederland op de schaats! Wat baal ik daarvan zeg, dat ik dat niet mee kan maken. Voor eventjes..

Goed, wat ik vorige maand al wilde beschrijven, maar geen tijd voor heb gehad, is mijn tweede bezoek aan de comunidades begin december. Een verlaat verslag dus:

(Weer) onverwacht kon ik dit keer mee met het veldwerk-team voor een bezoek van drie dagen aan twee verschillende comunidades. Halsoverkop weer op zoek gegaan naar geschikte kleding. In een tweedehands zaakje heb ik voor weinig een katoenen bloes op de kop getikt. (Vanwege de hitte en muggen is een dunne bloes met lange mouwen van levensbelang voor mijn blanke velletje.)
Het veldwerk-team bestond dit keer alleen uit Soledad en Cintia, dus met drie vrouwen zijn we op pad gegaan in een enorme 4WD, volgeladen met voedsel en kampeerspullen. Cynthia neemt overigens haar babyzoontje altijd mee (krijgt nog borstvoeding), en Soledad had haar zoontje Josias bij zich, die zij op de route achterlaat bij haar moeder.

Na een hobbelende warme rit van een uurtje of 5 arriveerden we in het donker bij de moeder van Sole. Zij woont op het platteland, samen met haar dochter van 12(halfzusje van Sole). Ik werd meteen begroet door een onrustig rondspringend geitje, drie honden, rondstruinende kippen, 6 kleine puppies, en een veulen. De dieren lopen gewoon rond in huis (wat gedeeltelijk open is, met een zandvloer). De keuken bevindt zich achter het huis in een houten bouwwerk. Wc (latrine; houten hok met houten zit, zonder doorspoelen) en douchehok (mbv een teiltje) achter in de tuin. Elektriciteit op gezette uren, wat alleen gebruikt wordt voor verlichting en een koelkast.
Naast het warme onthaal van de dieren, kreeg ik ook een warm onthaal van de moeder van Sole. Aangezien het al vrij laat was, maakten we ons na het drinken van wat terere meteen klaar om te gaan slapen. Tot mijn verbazing werden er vanuit allerlei kanten bedden tevoorschijn getoverd, om in de buitenlucht te slapen! Erg aangenaam, want het was warm en benauwd. Halverwege de nacht begon het echter te onweren, en met man en macht hebben we alle bedden onder het afdak weten te plaatsen. Een uur later bleek de regen echter zo fel dat we het niet droog hielden, en weer met man en macht alle bedden terug naar binnen gesleept hebben. De rest van de nacht heerlijk geslapen.

De volgende ochtend bleek het een druilerige dag te zijn, en vanwege de stortregens van afgelopen nacht onmogelijk om de comunidades per auto te bereiken (zelfs niet met onze dikke 4WD!). We besloten om die dag maar thuis te blijven. Sole vatte nog het plan op om te paard naar de comunidades te gaan. Dat had ik gaaf gevonden! Maar uiteindelijk is dat niet doorgegaan.
Sole's moeder beschikt naast bovengenoemde dieren ook nog over zo'n 20 koeien, een heleboel schapen, geiten, een aantal varkens, kalkoenen, kippen, en paarden. Ik geloof dat ik alle boerderijbeesten nu ook wel genoemd heb.. Ze maakt zelf kaas, melk, en honing. Heel veel werk wanneer je alleenstaand bent, dus ze staat op in de vroege uurtjes!
Het echte pure boerderijleven in de Chaco: Vond het een hele ervaring om het mee te maken, en moest als westerse tut soms best wel even mijn zinnen verzetten. Zo zat ik al met moeite een enorm stuk vlees van een bot te verorberen, waarbij het beste deel het merg is wat je uitzuigt, en ik als eregast had gekregen.. Bleek ik niet de enige bottenknager te zijn.. Naast mij op de grond had de kat net een enorme muis te pakken, beet zijn strot door, en knaagde vrolijk met mij mee.
En toen ik later naar de wc ging achter in de tuin, vond ik daar de schattige puppies, heerlijk knus liggend tegen die stinkende en lekkende latrine aan.. Later kwam Josias me een puppie brengen, wat ik zo lief vond van 'm, dat ik het beestje, onder de vlooien, maar geknuffeld heb, zoals hij me voordeed.

De tweede dag was de regen opgehouden, en zijn we gedrieën (en Cintia's baby) op pad gegaan naar de comunidades La Palmera en Tembey. Dit bleek een uur durende rit te zijn en vanwege de regen was de normale weg afgesloten, en moesten we weer dwars door het bos. Na de moeder van Sole was dit het tweede voorbeeld van een absoluut toonbeeld van feminisme. Kleine Sole (25 jaar!)achter het stuur van die enorme 4WD, scheurend door flinke modderpoelen, wegslippend in diepe moddersporen. We moesten palmen omhakken en wegslepen om de 'weg' vrij te maken. De weg bestond overigens niet. Het was een bandenspoor van andere vehicles, en er waren er meerderen, kriskras door het homogene palmenbos, waarbij oriëntatie mijns inziens onmogelijk was. Een aantal keren kwamen we vast te zitten, en moesten we ons uit de modder uitgraven, waar we tot onze knieën in stonden. Voor mij allemaal een groot avontuur, voor hen een normale werkdag. Wat een stoere meiden!

Uiteindelijk kwamen we aan in La Palmera. We reden er doorheen, onderweg een aantal mensen groetend. O.a. Angélica, een anciana, van wie haar man een sjamaan is; een gerespecteerd ouder koppel in het dorp dus. Angélica is heel open, keek me met grote ogen aandachtig en van dichtbij aan, en zei tegen Sole (in het Guaraní) dat ze me eigenlijk wel wilde hebben voor haar man.. We belandden in de aangrenzende comunidad Tembey, waar we uitstapten bij het huis van de leider. Een flinke groep verzamelden zich rondom ons, en in de schaduw van een boom werd er over en weer gesproken over verschillende onderwerpen. Een daarvan was de aankoop van een viertal koeien. PCI financiert een aandeel. De koeien zijn van een van de dorpsbewoners, die het handig aangepakt heeft, en inmiddels een aardige veestapel heeft. Sole ging met de leider en de eigenaar in onderhandeling over de prijs, en daarna is de aankoop gedaan. Daarmee blijft het geld binnen de comunidad. Overigens was de grap van het gesprek dat de beste melkkoeien uit Holanda komen.. Ja, serieus, de Hollandse melkkoeien zijn bekend in alle hoeken en uitwegen van de Chaco!

Het viel me op hoe open de mensen waren, ze praatten veel en uitten hun gedachten (de meiden vertaalden voor me tussendoor). Dat ben ik totaal niet gewend van mijn veldwerk in Suriname. Sole legde me echter uit dat dit niet standaard is. Op het moment zijn de mensen heel tevreden; er is (regen)water, en de akkers liggen er goed bij (keurig bijgehouden akkers en fruitboom-tuinen vol in bloei overigens; dat heb ik ook wel eens anders gezien!). Als ze tevreden zijn, is het veel makkelijker communiceren dan in de droge wintertijd, wanneer ze met moeite kunnen overleven.

Het tweede onderwerp betrof de nieuwgebouwde aljibe (waterput). In de bodem zat een lekkage. Sole stelde voor om het te laten repareren door een man uit het dorp van haar moeder, die er de juiste materialen en kunde voor heeft. Vervolgens zijn wij, samen met de leider, teruggereden om met deze man te praten.
De man ging akkoord, en reed meteen weer mee met ons naar de comunidad om de schade op te maken. Besloten werd om de volgende dag de lekkage te verhelpen. Na nog wat gepraat te hebben met de leider, zijn we teruggegaan richting Sole's moeder. Vanwege de regen hebben we het kamperen in de comunidades maar voor een volgende keer bewaard. We namen twee jongens uit het dorp mee, die mee moesten helpen met het inladen van zand voor de reparatie de volgende dag.

De volgende dag zijn we in alle vroegte, de achterbak volgeladen met zand en andere bouwmaterialen, de twee jongens, en de reparateur, teruggereden naar de comunidades. Terwijl de mannen flink aan de slag gingen bij de aljibe, besloten wij om in La Palmera te gaan praten met de vrouwen. We hebben daar uren onder een boom zitten praten met een groep van zo'n 20 vrouwen. Een groot deel van Sole en Cintia's werk bestaat hieruit; praten met de vrouwen(organisatie). De vrouwen uiten dan hun gedachten, ideëen, en problemen, en samen wordt er gepraat over mogelijke plannen en oplossingen. Natuurlijk moest ik mezelf voorstellen, waarbij er nogal gelachen werd, waardoor ik me ongemakkelijk voelde, maar goed.
Vervolgens had ik, bij gebrek aan het verstaan van de taal, geen andere keuze dan urenlang lichaamstaal (en lichaamsdelen zoals borsten, waar 5-jarige kinderen aan lurken; sorry hoor, maar het is zo'n raar gezicht!) te observeren. En de anciana Angélica, die naast mij zat, observeerde op haar beurt mij de hele tijd.. Op een gegeven moment haalde Sole sesamzaad tevoorschijn, als nieuw probeersel voor de akkers. Vervolgens demonstreerde ze dit op een van de akkers, en geïnteresseerde vrouwen kregen een zakje mee.

De twee onderwerpen die vooral aan bod kwamen, waren het watersysteem bij de school, en de wens om geld te genereren. Wat betreft het eerste: Eerder waren de vrouwen overeengekomen dat zij zorg zouden dragen voor het watersysteem wat met behulp van PCI aangelegd en gefinancieerd zou worden (dakgoten en een waterpomp bij de waterput). Het idee kwam vanuit de vrouwen zelf, na vele gesprekken (met en zonder PCI), en werd kortgesloten. Echter toen Sole en Cintia een volgende keer weer langskwamen, kregen zij een boze leider en een aantal mannen op hun dak. Foutje van ons veldwerkteam: Ondanks dat het idee van de vrouwen zelf kwam, en PCI het slechts wilde begeleiden, heeft zij verzaakt om de leider in dit plan te betrekken. Dit kwam eigenlijk doordat hij een tijdje niet aanwezig was in het dorp, maar dan nog. Het heeft Sole en Cintia een aantal bezoeken gekost voordat de gemoederen weer bedaard waren. De leider en de mannen voelden zich nogal gepasseerd; machismo, en genderkwesties is iets waar serieus rekening mee gehouden moet worden, zeker wanneer er gewerkt wordt met iets nieuws als vrouwenorganisaties. Vertrouwen is zelfs na jaren samenwerking nog altijd snel beschadigd, wanneer cultuuraspecten over het hoofd worden gezien. Situaties als deze blijven dus waardevolle lessen voor PCI in haar werk met de comunidades.
Nu tijdens ons bezoek is er samen met de leider en de vrouwen het definitieve plan opgesteld, en gaat de aanleg van het watersysteem alsnog plaatsvinden, waarbij de vrouwen de verantwoordelijkheid zullen dragen voor het water en het onderhoud.

Het tweede onderwerp is het genereren van geld in de gemeenschap. PCI heeft zich tot nu toe vooral gefocused op agricultuur als voedselbron op een zelfvoorzienende manier (d.w.z. zonder noodzaak van geld). Echter de vrouwen laten meer en meer blijken dat dit niet voldoende is voor hen. Zij vertellen dat zij tegenwoordig ook geld nodig hebben. Hun leven is veranderd in de laatste decennia, en door contact met de buitenwereld zijn zij in aanraking gekomen met sommige facetten en producten, die zij geïncorporeerd hebben in hun levensstijl. Een voorbeeld daarvan is het drinken van terere; iets wat zij net zo graag doen als alle Paraguayanen. Andere voorbeelden zijn alcohol en sigaretten. Dit mag dan negatief op ons overkomen: Maar wie zijn wij om hen dat te verbieden, terwijl we daar zelf van genieten? Het geven van feesten is ook een belangrijk doel. Feesten (met traditionele dansen, en spirituele aspecten) is altijd al van groot belang geweest voor hun cultuur, tegenwoordig behoort alcohol van buitenaf hiertoe.
Nu gaan veel dorpsbewoners overstag voor houtkap om geld te genereren.. Hoe tegenstrijdig! Deze comunidades hébben dus grond en bos (voorheen leefden deze mensen ook in de berm van de Trans Chaco weg, maar door de inzet van een buur-ngo van PCI (Tierraviva) hebben zij grond toegewezen gekregen en een comunidad kunnen opbouwen), maar vernietigen hun eigen bos voor geld!
Gelukkig legde Sole me uit dat het vernietigen wel meevalt; het is tot nu toe op kleine schaal. Maar PCI moet hier wel rekening mee gaan houden, en luisteren naar wat de mensen willen. Het is hun toekomst. Als zij voor geld kiezen en een andere toekomst dan wij wellicht als idyllisch plaatje in ons hoofd hebben, dan zal PCI hen daarbij vergezellen. Er zal dus gekeken moeten worden naar nieuwe plannen voor het verdienen van geld. Bijvoorbeeld door de verkoop van honing. Hiervoor is ten eerste dan een afzetmarkt nodig. Ook zijn de vrouwen al bezig met de productie en verkoop van zeep (van een natuurlijke plant gewonnen).

Na de gesprekken zijn we teruggereden naar Tembey waar de aljibe inmiddels gerepareerd was. We praatten nog even wat na met de leider, en toen zat ons bezoek erop.

Al met al vormden deze twee dagen flinke eye-openers voor mij, wat betreft het werk in de comunidades, en hoop ik gauw weer mee op pad te kunnen met de meiden!

Flinke lap ten einde.

zondag 11 januari 2009

Vakantiefoto's


Jessie en ik op het zoutmeer van Uyuni (Bolivia)


Cactus eiland


Magisch en hallucinerend


Potosí


Oud & Nieuw in La Paz