donderdag 4 juni 2009

'lastige' indianen

De laatste maand ingegaan! Ongelofelijk, wat is dat snel gegaan! Maar een beetje heimwee heb ik inmiddels wel, dat geef ik eerlijk toe.

Het is hartje winter in de Chaco, en koud! Na maandenlang in 40 graden te hebben geleefd, is het behoorlijk wennen. Met slecht geisoleerde huizen en zonder verwarming is de binnentemperatuur gelijk aan de buitentemperatuur: een graadje of 10 à 15. Ik slaap onder vier dekens, en draag de paar lamawollen truien en beenwarmers die ik eerder in Bolivia gekocht heb. Deze kou hier in de Chaco duurt zo'n 2 maanden, en je ziet dan ook aan mensen dat ze tijdelijke oplossingen aan warme kleding dragen: teenslippers met sokken bijvoorbeeld.

Om het warm te krijgen heb ik dus eindelijk mijn flitsende sportschoenen onder de spinnewebben vandaan gehaald, en ben enthousiast begonnen met een beginners-hardloopschema. Dat, samen met de paardrijlessen, geeft me zo ongeveer dagelijks spierpijn, wat wel wat zegt over mijn conditie.

Een tijdje geleden heb ik me ingeschreven als CouchSurfer, een internationaal netwerk van reizigers die ofwel zelf rondreizen en bij lokale couchsurfers overnachten, ofwel zelf als lokale couchsurfer reizigers een bank of bed aanbieden voor overnachting. Ik doe dus dit laatste. Ik wist dat veel reizigers Filadelfia aandoen voor een dagje, omdat het op de route ligt van Brazilië naar Bolivia. Dus bedacht ik me, ik kan reizigers een bed aanbieden, en op die manier nog even wat mensen ontmoeten.
En het werkt als een trein! Wist niet dat het CS-netwerk zo groot was! Heb wekelijks reacties, en moet zelfs selectief zijn! Heb natuurlijk ook geen concurrentie hier.. Tot nu toe heeft me dit alleen maar leuke ervaringen opgeleverd en ik hoor hetzelfde van mijn bezoekers. Absoluut een goed initiatief, dat Couchsurfen. Dus, als je lowbudget wilt rondreizen en graag met lokale bevolking in contact komt, waar dan ook ter wereld, schrijf je gratis in op http://www.couchsurfing.com

Hier bij PCI gaat het ook allemaal z'n gangetje. Mijn collega's zitten op het moment weer in het veld, voor een bijeenkomst tussen de vrouwen van de comunidades. Het heeft tussendoor twee keer geregend, niet voldoende om de noodsituatie op te lossen, maar wel even voor de gemoedsrust; er is weer wat drinkwater.
Onlangs is een van mijn collega's samen met de leden van de indiaanse commissie (die opgezet is vanwege de noodsituatie en de comunidades vertegenwoordigd richting instanties) op pad gegaan om verschillende instanties en organisaties te bezoeken. Mijn collega kwam helemaal geshockeerd terug! Ze was nog nooit zo direct getuige geweest van de discriminatie waar de inheemse bevolking onder lijdt! Onder andere de nationale noodhulpinstantie Secretaría Emergencia Nacional (SEN) die een project heeft opgesteld met geld vanuit de regering om de inheemse comunidades te voorzien van voedselpakketten en drinkwater, wilde simpelweg niet praten met de indiaanse commissie. Ze spraken alleen met mijn collega (als niet-indiaanse), en ook dat op een hele arrogante manier, de indianen waren lucht voor hen. De noodhulp was kennelijk al lang in gang gezet, terwijl niet een van de comunidades daar iets van heeft gezien. Maar er werd te kennen gegeven dat er ook niks meer veranderd kon worden, dus met andere woorden: Ga naar huis, en wacht daar af als zielig slachtoffertje. En ondertussen blaast SEN hoog van de toren over haar samenwerking met de indianen.

Een ander bezoek laat ook duidelijk de welig tierende corruptie in dit land zien: Het bezoek aan de departementale instantie waaronder 'onze' comunidades vallen. Met veel moeite werd de commissie uiteindelijk te woord gestaan, maar ook op een totaal arrogante manier, nadat mijn collega uitgelegd had wat het doel van hun bezoek was, en dat er tot nu toe nog steeds geen hulp verschenen was.
"Ja, jij daar (de functionaris wijzend op een van de indiaanse commissieleden), sta eens op, en zeg me dan tot welke comunidad je behoort." De man antwoordde dat hij de leider is van comunidad La Palmera. Direct daarop reageerde de functionaris dat zij geen hulp bieden aan La Palmera omdat die comunidad betrokken is bij de illegale houtkapindustrie.. Toen wees de leider van La Palmera op twee andere mannen behorende tot de instantie: "Die twee mannen ken ik, en zij kennen mij. Zij komen wekelijks langs om het gekapte hout op te kopen."
Deze departementale instantie zit zelf tot over zijn oren in de houtkapindustrie, en gebruikt diezelfde industrie nu heel hypocriet als smoes om deze comunidad geen hulp te bieden! De instantie is hoogstwaarschijnlijk zelfs de grootste afnemer, en creërt de situatie zo, dat de comunidad geen andere uitweg ziet dan mee te doen in de houtkap om te kunnen overleven. Ook mijn collega herkende een van die mannen.

Toen ik later vroeg aan mijn collega hoe de indiaanse commissie zich voelde op de terugweg, antwoordde ze dat zijzelf er veel meer van onder de indruk was, dan de commissie. De indianen zijn dit immers gewend. Al jaren, decennia, eeuwen proberen ze te praten, te samenwerken met instanties bij plannen die hen aangaan, maar ze worden altijd vermeden en weggestuurd, soms zelfs hardhandig. Voor de buitenwereld worden er af en toe projecten in gang gezet, maar daar moeten de indianen dan ook maar blij mee zijn, hun mond houden, en afwachten. Terwijl de indianen allang weten dat die projecten zelden echt hulp bieden aan de mensen die het het hardst nodig hebben. De projecten zijn gebaseerd op verkeerde informatie/data, worden verricht door mensen die zich niet betrokken voelen bij noodhulp en doelgroep, én er is nauwelijks sprake van samenwerking met de doelgroep.

Tja, what can I say, men houdt nu eenmaal niet van indianen. Ze zijn een overlast. Alleen handig om af en toe te gebruiken voor politieke doeleinden.

dinsdag 5 mei 2009

Oplossing!

Lieve allemaal!

Dank voor jullie mailtjes als reactie op onderstaande blog! Tja, die soja slaat natuurlijk bruggen tussen Paraguay en Nederland, we hebben er allemaal direct of indirect mee te maken. Ik aan deze kant van die grote plas, jullie aan de andere kant.

Maar.. de simpelste oplossing om een positieve draai te geven aan de sojateelt ben ik gisteren vergeten te noemen.. En daar wordt meteen nog een brug mee geslagen, iets persoonlijker dit keer. Namelijk tussen mijn werk hier, en het werk waar Eva, een goede vriendin van mij, mee bezig is in Nederland: De EatGreen campagne!

Mensen, allemaal één dagje minder vlees eten per week! As simple as that!

Dit zou minder veeteelt voor de vleesindustrie betekenen (=minder bio-industrie, =minder dierenleed), dit zou op haar beurt leiden tot minder veevoer, dat leidt dan vervolgens weer tot minder gebruik van soja (want 90% daarvan wordt gebruikt voor veevoer), en dát zou uiteindelijk leiden tot meer ruimte voor duurzame productie van soja, en meer oog voor de situatie van de kleine boeren.

Naast dat een dagje minder vlees per week de sojateelt een menselijker en groener gezicht zal geven, heeft een dagje minder vlees ook een positief effect op de klimaatverandering. De vleesindustrie draagt namelijk sterk bij aan de uitstoot van broeikassen (18%), méér dan alle auto's ter wereld, sterker nog, de volledige transportsector bij elkaar (13%)! Zie voor meer info de link van EatGreen hiernaast.

Zo, dat wilde ik nog even kwijt.

Hasta luego!

maandag 4 mei 2009

Het verhaal achter Soja

De schattige capibara en de brulaap op weg naar uitroeiing!! En de oorzaak: grootschalige sojateelt! Onlangs kwam ik dit nieuwsbericht tegen op Nu.nl. Tijd om maar eens uit te zoeken hoe dat nu precies zit met die soja. Paraguay staat namelijk op de 5e plaats in de lijst van grootste exportproducent wereldwijd, en natuurlijk heeft het ook weer negatieve consequenties voor de indianen, en zie ik op muren in Argentinië en Paraguay pittige teksten geklad als: ‘Soja mata!’ (soja kills!).

Ik ben vast niet de enige onwetende, dus hierbij ook voor jullie de resultaten van mijn mini-onderzoekje. Zalig trouwens dat ik op zo’n eigen weblog niet verplicht ben om alles keurig te refereren aan gebruikte literatuur.. Ik plant hiernaast gewoon wat gebruikte links, en verder is het geheel aan jullie om mij op mijn woord te geloven, óf zelf onderzoek te doen.

Soja
Soja komt oorspronkelijk uit Azië, waar het al duizenden jaren als voedsel wordt gebruikt (tofu, tempeh, sojasaus). De sojaboon is rijk aan vitamines en mineralen, bevat o.a. calcium en ijzer. Vanaf de jaren ’60 zijn ook de Verenigde Staten en Zuid-Amerika begonnen aan grootschalige teelt van soja. Het product werd populair op de markt. De VS is nu zowel de grootste producent als afnemer. De Europese Unie komt op de tweede plaats als afnemer, maar is voor de productie afhankelijk van Zuid-Amerika. Zuid-Amerika op haar beurt produceert voornamelijk voor export, minder voor haar eigen markt. Trouwens, ons klein kikkerlandje is een van de grootste importeurs en verwerkt 90% van die geïmporteerde soja in veevoer voor de bio-industrie..

Soja is een bulkproduct dat vrij makkelijk geteeld kan worden, en wat weinig arbeidskracht behoeft. Dit maakt het uitermate geschikt voor een monocultuur, d.w.z. een land richt zich alleen nog op sojateelt, geen andere producten meer. Maar negatieve consequentie daarvan is dat kleine boeren geen kansen meer hebben op de markt, die gedomineerd wordt door een handjevol grootgrondbezitters met hun grootschalige sojateelt. Bovendien is het aardig riskant voor een land om alles op één zo’n monocultuur te richten, want wat als de markt voor soja onverwachts instort, of een groot deel van de oogst mislukt vanwege een abnormale droogte, zoals in Paraguay het geval is?

Omdat soja zo’n massateelt met zich meebrengt, heeft dat automatisch een grootschalige houtkap als gevolg. Dit is het meest zichtbaar in het Amazonegebied. In Brazilië wordt jaarlijks naar schatting 700.000 hectare gekapt ten behoeve van soja. Ontbossing zorgt voor erosie, en vervuiling van de rivieren en grond, waarvan de inheemse bevolking direct van leeft. Een ander gevaar is dat door ontbossing in het noorden, zoals in het amazonegebied, de regens in het zuiden afnemen (zoals in Paraguay en Argentinië). Die droogte zorgt ervoor dat boeren dus juist naar het noorden trekken, waardoor daar weer meer gekapt wordt. Een vicieuze cirkel dus! Ook mijn Paraguay kan er wat van, van die ontbossing voor soja. Het zuidelijke deel van Paraguay is op 2% na volledig ontbost. Tja, en het noordelijk deel, de Chaco, daar groeit geen enkele sojaboon!

Paraguay
Om nog even verder te gaan op Paraguay, en het meteen maar als voorbeeld te nemen voor wat betreft pittige consequenties van soja.. Ik citeer (dit keer wel): “De voordelen van Paraguay voor sojateelt zijn goedkope grond, totale corruptie van het rechtssysteem, het ontbreken van effectieve milieuwetgeving en hele lage belasting op de productie en uitvoer van soja. (..) Daarnaast (..) zijn er illegale vliegveldjes waar smokkelwaar, waaronder zaden en pesticiden, het land binnenkomt.” (www.noticias.nl). Walhalla dus voor grootgrondbezitters die voor multinationals werken!
Kleine boeren komen steeds meer in opstand, maar leggen het (letterlijk!) af tegen de grootgrondbezitters. Ik citeer weer: “Er wordt fel op de boerenbeweging gereageerd en de repressie is er niet minder op geworden sinds [de nieuwe president] Lugo aan de macht is. Moorden op campesinos [kleine boeren], illegaal inzaaien van soja en het spuiten van landbouwgif in bewoonde gebieden zijn schering en inslag terwijl het justitiële systeem voornamelijk wordt gebruikt om de grote sojaboeren te beschermen. Begin oktober bijvoorbeeld zou een landbezetting in het departement Alto Paraná ontruimd worden, waarop de landloze bezetters het land verlieten. Eén van de boerenleiders werd later vanuit een politietruck [!] op straat door een sluipschutter neergeschoten.” Zie voor nog heftigere verhalen het artikel “Paraguay’s gewelddadige oogst” (zie link). Kun je het je voorstellen dat dit in Nederland zou gebeuren??

Binnen PCI hebben wij ons eigen voorbeeld van wat soja voor ernstige consequenties heeft hier in Paraguay. In het begin van mijn verblijf heb ik een keer geblogd over het ‘ongeluk’ van een collega van ons in het zuiden van het land. Hij was met zijn auto over de kop geslagen na een vlucht om te ontkomen aan twee motorrijders die hem aan weerszijden van zijn auto onder schot hielden. Onze collega weet wie de twee mannen waren, en voor wie zij werken, namelijk voor een grote sojaboer die illegaal op de grond van een groep indianen woont. Ons kantoor in het zuiden werkt met de indianen samen in de strijd om die grondrechten, en dat zint de sojaboer natuurlijk niet. Overigens heeft er nauwelijks onderzoek plaatsgevonden.. Onze collega’s daar hebben vaak te maken met intimidatie, en hun werk is dus absoluut niet zonder gevaar.

Oplossingen?
Een grote ellende dus, die soja, lijkt het. Toch zijn er best wel oplossingen te vinden en hoeft soja niet afgeschaft te worden, als er maar aan een aantal internationale standaarden gehouden wordt dat duurzame soja promoot, en ervoor zorgt dat kleine boeren niet compleet buiten de boot vallen. Er is een internationale Round Table waarin producenten, voedselverwerkers, maar ook ontwikkelingsorganisaties samen rond de tafel zitten om die internationale minimale standaarden voor soja te bepalen. Die samenwerking lijkt echter toch niet helemaal te lukken, en de ontwikkelingsorganisaties hebben zich teruggetrokken (o.a. Cordaid). In ons eigen land hebben verschillende ontwikkelingsorganisaties ook een initiatief opgezet, de Nederlandse Soja Coalitie, met daarin Both ENDS, Cordaid, KerkinActie, Milieudefensie, Nederlands Comité IUCN, ICCO, FairFood, Greenpeace en Solidaridad. Zij hebben als doel om de negatieve gevolgen van soja voor mens en milieu te verminderen, en werken samen met organisaties in Zuid-Amerika (zie link). Men is ook bezig met het opzetten van een Europese Soja Coalitie.

Geen idee trouwens of jullie in Nederland al wat gemerkt hebben van de soja-actie van Milieudefensie, vooral gericht op Albert Heijn (zie link)..

Zo, ik hoop dat het een beetje een duidelijk verhaal was, en anders.. zie links!

Chao chao!

vrijdag 17 april 2009

Van BA terug naar de Chaco - afgelopen maand in vogelvlucht

Zo, na anderhalve maand mag het wel weer eens, een blog vanuit de nog altijd hete en droge Chaco, hoewel met gelukkig iets koelere nachten.

Ben net teruggekomen van een 5-daagse trip Buenos Aires samen met een Duits meisje, Eva, die bij Santina op bezoek is voor een maandje. Alweer 3 maanden voorbij sinds de trip Argentinië/Bolivia, dus het was weer tijd voor visumverlenging. 5 dagen daar, 4 dagen onderweg.. Maar het was absoluut de moeite waard! Heerlijk om weer eventjes in een Europees aandoende stad rond te struinen, met een enorme winkelstraat, allerlei leuke wijkjes, van felgekleurde arbeiderswijken als La Boca tot snobistische wijken als Recoleta (waar Evita begraven ligt op een begraafplaats vol met enorme graven, meer mini-huisjes, van rijkelui). Een erg gezellig hostal met een pooltafel waar we ons tot in nachtelijke uurtjes bevonden, dus bij deze daag ik iedereen uit. Ik heb mijn talent gevonden geloof ik.. ;) Ook een tango-lesje gedaan, doordat we een tango leraar leerden kennen. Helaas kan ik niet zeggen dat ik daarin mijn talent heb gevonden.. Maar wat een prachtige sensuele dans is het toch, gelukkig op elke straathoek van toeristische wijken te aanschouwen.

Als je niet van de geijkte toeristische paden afwijkt, lijkt Buenos Aires echt een heerlijke stad om te leven, met Europese levensstandaarden. Maar schijn bedriegt.. Ik ben op bezoek geweest bij een andere partnerorganisatie van ICCO/KiA, genaamd MEDH. Deze organisatie is werkzaam in de omringende barrios van Buenos Aires, waar armoede, geweld, drugs en alcohol het leven bepalen. Ik had werkelijk geen idee, en was er best geschokt over. Wat een tegenstelling met dat rijke centrum! Ik werd hartelijk ontvangen, heb er een paar uurtjes gezeten, veel leesvoer meegekregen, en ik trof het precies dat er een groepje jongeren uit de wijken binnenkwam voor een bijeenkomst over het afgelopen filmfestival waaraan zij hebben meegewerkt. De jongeren hebben workshops gehad over hoe met een camera om te gaan, en vervolgens hebben zij filmpjes gemaakt over het leven in de barrios. Het zag er heel professioneel uit, en heel indrukwekkend om vanuit hun gezichtspunt de heftige situaties in de barrios mee te krijgen. Hiernaast zal ik nog een link plaatsen naar de video met deze filmpjes op YouTube.
MEDH richt zich verder op het veelvoorkomende geweld en misbruik van vrouwen en meisjes. Er werd me verteld dat er een periode is geweest dat er iedere twee dagen een vrouw of meisje stierf door geweld.. Vreselijk! MEDH werkt met het oog hierop veel met vrouwengroepen uit de barrios samen, die zich steeds meer organiseren. Dat vond ik leuk om te horen, want PCI doet dit ook. Een andere overeenkomst is dat MEDH en PCI vanuit dezelfde gedachtegoed lijken te werken: De vrouwen zelf weten het beste wat zij kunnen en willen voor de toekomst, beter dan iedere buitenstaander of organisatie van buitenaf, hoe professioneel ook. Organisaties, zoals MEDH of PCI, hebben 'slechts' een begeleidende en adviserende rol in de samenwerking met de vrouwengroepen op hun weg naar een beter levenssituatie.
Ja, erg indrukwekkend vond ik het.

Terug naar PCI in Filadelfia. Er was een drukke periode voorafgegaan aan de trip naar Buenos Aires. Zoals ik eerder al genoemd heb is er een vanwege de droogte een noodsituatie ontstaan in de comunidades. Inmiddels heeft de regering een bedrag van ongeveer 3,3 miljoen euro vrijgemaakt voor de inheemse bevolking in de Chaco, om duurzame oplossingen te vinden en deze noodsituatie het hoofd te bieden. Helaas is het in Paraguay ten eerste altijd maar afwachten of de belofte waargemaakt gaat worden, en ten tweede hoe dit geld dan daadwerkelijk bij de gedupeerden terechtkomt. Geld raakt immers vaak verloren onderweg.. Hier ligt dus een flinke taak voor de ngo's. Het geld zal verspreid worden via departementale instanties, dus ngo's moeten de banden aanhalen met deze instanties om de comunidades op de kaart te zetten, en te zorgen dat het geld of daarmee betaalde projecten goed gekanaliseerd worden. Erg interessant om dit van dichtbij mee te maken. Sowieso is de droogte een hot item hier in heel de Chaco, ook onder de menno's. Iedereen is namelijk de dupe van de droogte, en ook Filadelfia gaat waarschijnlijk een lastige winterperiode tegemoet, met slecht en duur water om van te leven. Om ook iets nuttigs te doen heb ik een artikeltje geschreven en geprobeerd het te slijten aan o.a. noticias.nl (informatievoorziening Latijns-Amerika). Ach, het proberen waard, met de hoop dat ze op hun minst aandacht willen geven aan deze noodsituatie op hun website.

Verder heb ik de derde bulletin eindelijk afgerond. Ik vind het nog altijd heel erg leuk om te doen, omdat ik er mijn ei in kwijt kan, waarbij ik dan onderwerpen uitpluis waar ik zelf meer van wil weten, of e.e.a. combineer met studie kennis. Leuk, maar al met al heb ik nog altijd het gevoel dat ik het meer voor mezelf doe, dan voor PCI. Om dat in balans te brengen ben ik nu eindelijk écht begonnen met de inhoud voor de nieuwe website. Echt een flinke uitdaging, wat ook veel onderzoek vergt, en dus tijd. We zullen zien hoe ver ik kom. Daarnaast ben ik begonnen aan een heuse digitale cursus van een instituut in Lima: Sociaal Management in Ontwikkelingswerk (vrij vertaald). In principe duurt de cursus 6 maanden, wanneer je 8 uur per week studeert. Natuurlijk probeer ik het sneller te doen, maar dat valt nog niet mee.. Ook een hele flinke uitdaging in ieder geval, maar erg nuttig om de link te maken tussen de theorie van mn studie, en de praktijk in een NGO. Bovendien leer ik beter formuleren in het spaans, zodat ik iets meer werktechnische termen kan toevoegen aan mijn toch altijd nog een beetje baby-spaans. Inmiddels zijn ook een aantal collega's begonnen aan deze cursus.
Tevens hebben we ook een paar dagen bezoek gehad van onze contactpersoon van ICCO/KiA vanuit Nederland: Huub Wieringa, waarbij ik ook een middag ingeroosterd was om met hem te spreken. Sowieso weer even fijn om Nederlands te spreken. Verder hebben we een heel nuttig gesprek gehad, ook over mijn toekomstwensen. Het heeft me een hoop nadenkwerk gegeven, en er zijn in ieder geval mogelijkheden om terug te komen in de Gran Chaco. In het kader daarvan gebruik ik deze laatste 3 maanden nog om wat organisaties te bezoeken hier. Maar verder ga ik toch eerst lekker even terug naar Nederland om rustig na te denken over wat ik wil.

Nou, dan zijn jullie weer een beetje op de hoogte zo. Op het moment heb ik trouwens twee Nederlandse meisjes op bezoek, die ik in de bus terug naar Filadelfia (of all places!) ontmoette! Erg gezellig, ze zijn twee nachten gebleven, maar vertrekken vanavond helaas weer. Tja, langer dan twee dagen kan ik mensen hier nu eenmaal niet vasthouden.. ;)

Saludos y besos desde el Chaco!

maandag 9 maart 2009

Nieuw seizoen, nieuw tijdperk

De werkweek weer begonnen; ik zit achter mn bureautje met een kop mate, lekker op de tocht, want alle deuren staan wagenwijd open om het kantoor flink door te luchten. Gisteren hebben we eindelijk weer een behoorlijke regendag gehad. Zal tevens een van de laatste zijn, want hier is de wintertijd ingegaan, het klokje een uur terug, en daarmee gaan we het droge, en iets koudere seizoen in.
Mijn waterput vrolijk aangevuld gisteren, nadat ik in de stromende regen de dakgoot heb leeggehaald. Zag ik vanmorgen dat er een enorme dode kikker, in staat van ontbinding, op het rooster lag. Al mijn potentiële drinkwater is daar dus langs gegaan.. Gatsie!

Verder heb ik me gestort op mijn nieuwe hobby, paardrijden! Op zn chaqueños weliswaar; zonder zadel, geen getut, meteen de eerste les stappen tot en met springen, in het bos. Ik werd op een paard gezet die een eigenaardige galop bleek te hebben, waardoor ik voor mn gevoel op een rodeo stier zat. Ik heb het geweten dus, die eerste les in een kinderklasje; heb drie dagen niet kunnen zitten van de spierpijn!

Vandaag zou ik eigenlijk weer een weekje meegaan naar de comunidades met het veldwerkteam, maar ik hoor net dat dit uitgesteld is en we woensdag een paar daagjes gaan. Nou ja, ook goed. Het blijft voor mij nog altijd wennen dat je dingen pas op het laatste moment hoort (en dan moet je er nog naar vragen), maar wij Nederlanders staan dan ook bekend om ons organisatievermogen en niet al teveel flexibiliteit daar omheen. Dat blijf je merken zodra je je in het buitenland bevind, wherever. Leids kwartiertje is er niks bij ;)

In de comunidades zijn de afgelopen weken rare dingen gebeurd, waardoor ik het komende reisje best spannend vind. De vorige keer werden we verrast door de heftige bekering van een groep jongeren in comunidad Kurupa'yty, naar een nogal conservatieve en extreme geloofsovertuiging. De weken erna ontvingen mijn collega's en de lokale indiaanse radiozender P'ai Puku telefoontjes (al of niet anoniem) over schokkende consequenties hiervan. Er kwamen berichten binnen over nachtelijke feesten met bezoeken aan het kerkhof in het bos, mensen werden met zweep en bijbel geslagen omdat ze zonden dragen, waardoor er velen met verwondingen rondliep. De shamanen uit hun eigen dorp, hun eigen familie, werden ineens gezien als bezeten door demonen. In een naburige comunidad die als eerste geaffecteerd was door deze extreme groepering, zijn 5 ancianos die als enigen niet meegingen in deze nieuwe religie, aangevallen met pijlen, en het dorp uitgejaagd. En er zouden zelfs doden zijn gevallen; kinderoffers! Nogal schokkend dus..

Overigens zijn deze gebeurtenissen door de Paraguayaanse media niet opgepikt als iets noemenswaardigs (op een flauw en incorrect kranteberichtje na), en heeft er dus geen onderzoek plaatsgevonden. Inmiddels is onze collega-organisatie CAPI (nationaal inheemse ngo) bij deze comunidades op bezoek geweest, temeer ook omdat een van haar medewerkers bij deze groep betrokken blijkt te zijn. Zij berichtte na terugkomst dat het minder ernstig is dan het leek. Er zou geen sprake zijn van dodelijke slachtoffers, of gewonden, of aanvallen op ancianos.
Zelf heb ik er een hard hoofd in. Kans dat er wat overdreven is natuurlijk. Maar mijn collega's hebben informatie uit betrouwbare bron en uit eerste hand binnengekregen. En het lijkt me makkelijk om dingen te verbergen voor buitenstaanders die even op bezoek komen en praten met aangewezen personen. Maar goed, er zijn dus geen keiharde bewijzen, en we zullen zien.

De comunidades zijn vanwege de grote droogte en dus het verlies van hun oogst en gebrek aan water flink verzwakt. Ze hebben het nog moeilijker dan anders. Daardoor vormen zij makkelijke slachtoffers voor nieuwe geloofsovertuigingen. Zeker de jongeren, die opgroeien in de verwarrende en moeilijke situatie van twee extreem verschillende werelden.

Tijdens ons vorige bezoek hebben we het jaarplan van PCI met de mensen besproken. PCI wil zich vooral gaan richten op het faciliteren van ruimtes voor betere communicatie tussen de comunidades en publieke instanties; de afstand hiertussen verkleinen. Vooral op de langere termijn is dit noodzakelijk en nuttig. PCI is overtuigt van de kracht van de indianen zelf, om zelf op te komen voor hun rechten en op een georganiseerde manier sterk te staan. Maar daarvoor moet die afstand tussen hen en publieke instanties dus verkleind worden, en hebben de indianen laten weten dat zij o.a. hun rechten als inheemsen in Paraguay beter willen kennen.
PCI is daarop begonnen met het uitwerken van een toegankelijk bulletin en audiovisueel materiaal, en CAPI aan een reeks workshops over de inheemse rechten. Hiermee gaan we tevens een nieuw tijdperk in, waarin PCI nog nauwer gaat samenwerken met CAPI, die zich als inheemse organisatie sterk aan het ontwikkelen is op nationaal niveau. In het kader van die nieuwe focus ga ik me nu echt concentreren op de website. Niet slechts meer wat actualiseren, maar een nieuwe inhoud, en bovendien tweetalig. Voor de professionele formulering zal ik dan hulp krijgen van iemand van CAPI, die ervaring heeft in het schrijven van officiële documenten. Mijn Spaans lukt best aardig inmiddels, maar professioneel is het natuurlijk nog lang niet.
Ik vind het helemaal leuk in ieder geval, want de website is toch iets blijvends en belangrijk voor PCI. Bovendien kan ik er eventueel ook vanuit Nederland aan blijven werken, want ineens lijken die 4 resterende maandjes hier nog maar heel weinig.

Nog even terug naar de comunidades: Mooie plannen ten spijt, vanwege de noodsituatie heeft PCI besloten om haar jaarplan toch weer aan te passen. Bovengenoemde plannen met het oog op de toekomst kunnen pas in uitvoering worden gebracht wanneer de mensen meer voedselzekerheid hebben, en niet met dagelijks overleven bezig zijn. We gingen er allemaal vanuit dat zo'n periode aan zou breken in de regentijd na een geslaagde oogst en met voldoende water in de nieuwe waterputten. Maar Mother Nature gooit helaas weer roet in het eten.

dinsdag 3 maart 2009

Klein verzoekje, maar heel belangrijk!

Hallo allemaal!

Hierbij vraag ik jullie een kleine, maar hele belangrijke moeite te doen: Een handtekeningenactie van Amnesty International, betreffende twee comunidades hier in de Chaco in Paraguay voor grondteruggave! Ik heb het al een keer vermeld in een blog dat de indianen van Yakye-Axa drie jaar geleden al door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens de grond toegekend hebben gekregen, maar dat de Paraguayaanse regering nog steeds niets heeft ondernomen om dit te bewerkstelligen. Nog altijd leven deze indianen dus aan de kant van de weg, in mensonterende omstandigheden die levens kosten.

Nu blijkt dus zelfs Amnesty International in Nederland dit te hebben opgepikt, dus hierbij de link: http://actforhumanrights.org/yakye/du/ (ik plaats het ook nog hiernaast bij de andere links, mocht deze niet werken).

Slechts je naam invullen en ik ben je heel dankbaar! En als je daarbij deze link ook nog zou willen doorsturen naar jouw kennissenkring ben ik je ééuwig dankbaar! :)

Saludos desde el Chaco!

dinsdag 17 februari 2009

Kamperen in de bush-bush

Vorige week heb ik weer veldwerk meegelopen met mijn collega’s in de comunidades. Dit keer een hele week. Het was weer één groot avontuur voor mij, met verrassende gebeurtenissen.

Het doel van dit werkbezoek was het informeren van de mensen over het nieuwe jaarplan van PCI, en het in kaart brengen van de wensen en ideeën onder de mensen. Daarnaast namen we de moeder van collega Soledad mee als specialist op het gebied van bijenteelt, iets wat de mensen in de comunidades als nieuwe vorm van inkomstenbron willen invoeren. Tot nu toe wordt er op kleinschalig niveau honing verkocht (wat men uit het bos haalt), maar er is veel vraag naar honing in Paraguay, dus het vak van imker is een mooie uitkomst om geld te verdienen. Het is namelijk ook niet seizoensafhankelijk.

Wat me meteen opviel zodra we de eerste comunidad binnenreden, was de uitgedroogde maïs op de akkers, terwijl tijdens mijn vorige bezoek begin december de akkers er nog zo keurig bijlagen. De Chaco kampt met een abnormale droogte van al ruim 2 maanden in het midden van het regenseizoen. De comunidades hebben hierbij het grootste gedeelte van hun gewassen verloren. Ook een reden waarom zij zo snel mogelijk aan bijenteelt wil beginnen. Ze zullen dit jaar extra geld nodig hebben om producten als maïs, maniok, en aardappelen in te kopen. De droogte was ook goed zichtbaar in de comunidad Lolaico Guasu. Deze ligt namelijk aan een groot meer, en de mensen leven normaal gesproken voornamelijk van visserij. Maar voor het eerst sinds mensenheugenis is het meer volledig opgedroogd, en lopen er midden op het meer nu ezels te grazen.

De dagen in de comunidades zagen er in grote lijnen als volgt uit: ’s Morgens stonden we om 6 uur op, wasten ons met een emmer water in het bos, pakten onze tent en spullen weer in (inmiddels doe ik dat in 5 minuten, op het inpakken van mn slaapzak na; waarom is zo'n bijbehorende zak altijd zo irritant precies pas??), laadden de auto vol, en vervolgens gingen we naar het huis van de leider om met hem en andere mensen te praten. Al gauw werd het warm, en zonder ontbijt, en zonder het kunnen verstaan van de gesprekken (in Guaraní) vond ik het best pittig. Gelukkig ging er terere rond om te drinken, met lauw regenwater waar een smaakje aan zat (was natuurlijk ook al 2 maanden oud). Rond het middaguur gingen de mensen terug naar hun huizen om wat te eten. Normaal gesproken worden mijn collega’s altijd wel bij iemand uitgenodigd, maar aangezien we nu met een groepje van 5 waren, waren we op onszelf aangewezen. We hadden wel wat bij ons, maar niet voldoende voor de volle week, dus ontbijt en avondeten werden overgeslagen. Op een houtvuurtje maakten we voor de lunch guiso: een typisch Paraguayaans plattelands gerecht. Na de siësta verzamelden de mensen zich weer, en gingen we weer uren in gesprek. Tegen het einde van de dag beëindigden we dan ons bezoek, en reden met de auto naar de volgende comunidad, waar we meteen weer in gesprek gingen met de leider aldaar. Rond een uur of 9 zetten we in het donker onze tent op, hield ik het voor gezien en dook mijn nestje in met een rammelende maag. Mijn drie collega’s gingen echter nogmaals terug naar de mensen om daar nog tot middernacht te socialisen. Petje af voor hen! Ze waren echt onvermoeibaar, en ik was doodop terwijl ik niets deed..

Twee opmerkelijke gebeurtenissen hebben zich voorgedaan, ook voor mijn collega’s nogal verrassend. Tijdens een gesprek met de vrouwen in comunidad La Palmera werd er verteld dat onlangs een andere ngo op bezoek is geweest, met iemand in het team die voorheen voor PCI heeft gewerkt. Deze ngo heeft allerlei (financiële) details over PCI aan de mensen in de comunidad vrijgegeven, en daarmee twijfel gezaaid over PCI als organisatie. De redenen hiervoor zijn vooralsnog onduidelijk. Mijn collega’s waren nogal geschrokken, want ineens was het vertrouwen tussen hen en de vrouwen beschadigd. Goed, ik ken de details niet, dus hier houd ik het even bij. PCI gaat in ieder geval een gesprek aan met deze ngo om opheldering te vragen.

De tweede verrassing stond ons te wachten toen we op een ochtend comunidad Kurupa’yty bezochten. Er zat een groepje indiaanse mannen keurig in pak met stropdas buiten onder een boom. Zij bleken een evangelische formatie te zijn, die de halve comunidad in hele korte tijd bekeerd hebben! We spraken verschillende mensen, en allemaal straalden ze toen ze vertelden dat ze God gevonden hadden. De vrouwen droegen ineens allemaal rokken. Voor een anciana hadden we tabaksbladeren meegenomen, waar ze altijd om vraagt. Maar nu vertelde ze trots dat ze die duivelse gewoonte achter zich had gelaten.
De leider zat met de handen in het haar, begreep niet wat er met zijn dorp gebeurd is, en wilde graag spreken met mijn collega’s om houvast te vinden. Ineens geniet hij geen respect meer, en worden de ancianos met sjamaankrachten gezien als bezeten door de duivel. Doordat de groep zelf bestaat uit bekeerde indianen heeft de bekering in zo’n kort tijdsbestek kunnen plaatsvinden. Wat voor groep het precies is zijn we nog niet helemaal uit, maar wel weten we dat het om een nogal extreme geloofsformatie gaat. Er wordt gepredikt dat de vrouwen de zonden dragen, en onderdanig zijn aan de man. Ook wordt het gebruik van elke vorm van medicatie afgewezen, omdat God alles geneest. Dit laatste kan behoorlijk serieuze consequenties hebben, want er zijn nogal wat zieken in het dorp op het moment. Ook voor het werk van PCI heeft het direct consequenties, want de vrouwenorganisaties zijn ineens weer taboe.

Toen we ’s middags terugkwamen van een wandeling door de comunidad, hoorden we een hoop geroep, geschreeuw, en (vals) gitaarspel vanuit het schoolgebouwtje komen. Het bleek een kerkdienst te zijn, die al twee uur bezig was. Het maakte behoorlijk indruk op me, want het is een gek gezicht om deze heftige uiting van een westers geloof te zien bij de indianen. Ik weet dus ook niet zo goed wat ik ervan moet denken. Christen zijn is makkelijk in de westerse wereld. Maar hoe dit te plaatsen bij de indianen? Ik heb teveel respect voor hun eeuwenoude cultuur, en vind complete afwijzing daarvan met het idee dat zij nu de ware weg hebben gevonden arrogant en respectloos (en daarmee dus eigenlijk onchristelijk). Hoe ik dit wel ga plaatsen, zie ik maar als een (oneindig) leerproces, en dat is uiteindelijk ook een van de doelen waarvoor ik hierheen ben gekomen.

Nog een ding wil ik kwijt: Een anciano die we in zijn huis opzochten, sprak uit dat hij het fijn vond dat er buitenstaanders op bezoek kwamen (refererend aan mij), maar dat bovenal de bezoeken van mijn collega’s hem waardevol waren, en niet moesten stoppen! Die opmerking trof me en vond ik typerend voor de indianen. Ook bij de Trio in Suriname heb ik namelijk geleerd dat buitenstaanders op een vriendelijke wijze ontvangen worden, maar het altijd oppervlakkig en afstandelijk zal blijven (met wantrouwen, gezien hun verleden) zolang je niet vaker terugkomt en een waardevolle relatie met hen opbouwt. Mooi om te zien dat mijn collega’s Cintya, Soledad, en Diosnel zo warm onthaald worden, en dat zij dus wel degelijk wat betekenen voor hen.

Goed werk verrichten mijn collega’s. Ben echt onder de indruk, want het is niet altijd even makkelijk. Sole zegt dan ook: “Voor ons voelt dit niet als werk.”


La Palmera


Verdroogde maïs


Opgedroogd meer


Stuck in the mud


Comunidad Paso Lima

dinsdag 3 februari 2009

Ontbossing in de Chaco

Wat een heerlijk landje is Paraguay toch.. Bomvol informatie over duidelijk zichtbare schending van mensenrechten, en in dit geval ook nog gepaard met desastreuze gevolgen voor het milieu. Hier weer een verhaal:

Een van de grootste problemen voor het voortbestaan van de indiaanse culturen in Paraguay is ontbossing. In oostelijk Paraguay is het eigenlijk al te laat. Op een aantal natuurgebieden na, is deze helft van Paraguay voorgoed onderworpen aan agricultuur. De westelijke helft van Paraguay bestaat grotendeels uit de Chaco en is nog in het bezit van oerbossen. (Paraguay is opgedeeld in twee delen: Oost en West-Paraguay, gescheiden door de Paraguay rivier.) De Gran Chaco, wat zich uitstrekt tot in Bolivia en Argentinië, is de tweede grootste biomassa van het continent, na het Amazonegebied, en vormt zo’n 6% van Zuid-Amerika: 50% daarvan behoort tot Argentinië, 15% tot Bolivia, 30 % tot Paraguay, en 5% tot Brazilië (hoewel men meestal alleen refereert aan de eerste 3 landen).

Het grondgebied van de Paraguayaanse Chaco is grofweg 100 jaar geleden pas echt interessant geworden voor bedrijven. In eerste instantie vooral gebieden bij de Paraguay rivier, aan de grens met Brazilië. Later vestigden de mennonietenkolonies zich in het centrum van de Chaco, die zich toelegden op grootschalige veehouderij. Voor deze activiteiten werd steeds meer bos gekapt.
Pas in de jaren ’70 kwam er aandacht voor de houtkap en daarmee gepaard gaande ontbossing in Paraguay. In 1973 werd er naar aanleiding van de nieuwe Bos Wet de SFN (Servicio Forestal Nacional) geïmplementeerd, een landelijk overheidsorgaan met als doel om de nationale bossen te beschermen, te behouden, te vermeerderen, en de bosproducten op een duurzame en rationele manier te gebruiken.
Pas de laatste jaren is gebleken (= naar buiten kenbaar gemaakt..) dat SFN meer kwaad dan goed deed, en nogal corrupt was. SFN was meer bezig met het handelen in eigendomsrechten voor grondgebieden (waarbij ontbossing grotendeels werd toegestaan), dan met het duurzame gebruik van bosproducten. Daarbij kwam dat SFN zelf geld opstreek door de goedkeuring van plannen en heffingen van permissies voor export van hout.
Afgelopen jaar (2008) is een nieuw orgaan geïmplementeerd, ter vervanging van SFN, genaamd INFONA (Instituto Forestal Nacional). In tegenstelling tot SFN is INFONA een onafhankelijk instituut.
Als regeringsorgaan op het vlak van Milieu is in 2001 SEAM ingesteld, en dit orgaan heeft in samenwerking met verschillende NGO’s zorggedragen voor een stop van ontbossing van 90% in oostelijk Paraguay. Dit mag dan ook wel, want er is nog maar 2% oorspronkelijk bos over, voornamelijk vanwege de sojaproductie. In westelijk Paraguay, en dus de Chaco, is SEAM bezig met verschillende ondernemingen om ontbossing buiten de wettelijke toestemming een halt toe te roepen. De Chaco bezit nog oorspronkelijk bos, maar er zijn nu harde maatregelen nodig om deze laatste bossen te beschermen, zodat niet heel Paraguay ontbost raakt.

Zo, dat was even een schets van de politieke achtergrond. Nu weer terug naar de indianen.

Eerder noemde ik al de Ayoreo indianen, waarvan sommigen nog ongecontacteerd in de bossen wonen. Op deze weblog heb ik een link geplaatst naar een recent artikel over deze Ayoreo die op de vlucht slaan voor de grootschalige houtkap, en dus verdwijning van hun leefomgeving. De familieleden van deze groepen Ayoreo, die wel gecontacteerd zijn, strijden hard voor bescherming van hun familie in het bos, en roepen de regering op om daadwerkelijk te handelen naar de officiële benoeming van Indiaans grondgebied, wat in 2001 opgesteld is (550.000 hectare is toen benoemd tot ‘Natuurlijk en Cultureel Erfgoed van deze Ayoreo Totobiegosode’). Dit grondgebied zou daarmee beschermd worden als het laatst overgebleven stuk gebied van de Ayoreo’s traditionele leefgebied, en daarmee behoud van het oorspronkelijke bos.

Helaas gaat de ontbossing tot op heden nog heel hard door in de Chaco en ook in het officieel benoemde grondgebied van de Ayoreo. Van de benoemde 500.000 hectare hebben de Ayoreo slechts voor een vijfde deel daadwerkelijk legale eigendomsrechten verkregen.
De meerderheid van de bedrijven die houtkap plegen op het grondgebied van de Ayoreo zijn van Braziliaanse afkomst. Deze bedrijven zitten in het zuidelijk gedeelte. Wanneer de Ayoreo juist ook op dit gedeelte hun beloofde eigendomsrechten zouden krijgen, sluit dit aan op het andere gebied waar ze dit al voor hebben, en beschikken ze daarmee over een aaneengesloten gebied waar de aantal overgebleven groepen nog enigszins ongestoord kunnen leven. En dit is dan al een gebied waar naartoe zij gedwongen zijn..

Omdat in oostelijk Paraguay ontbossing nagenoeg een halt is toegeroepen, trekken veehouders naar de Chaco, waar verhoudingsgewijs de grond goedkoop is. Maar het ecosysteem van de Chaco is fragiel, vanwege het tekort aan water en grote biodiversiteit. De grootschalige ontbossing voor veebedrijven zorgt voor verzilting van grond en grondwater. Het weinige zoete water dat er is, wordt dus onbruikbaar, waar voornamelijk de indianen (die nog wel eigen grondgebied hebben) de dupe van zijn.

In augustus vorig jaar is de nieuwe president van Paraguay, voormalig bisschop Fernando Lugo, aangetreden. Hij is daarmee de eerste linkse president na vele dictatuurschappen, en de grotendeels arme bevolking (Paraguay is na Bolivia het armste land van Zuid-Amerika) heeft haar hoop gevestigd op een nieuw en socialer Paraguay. De inheemse organisatie CAPI (waar PCI nauw mee samenwerkt) heeft hem onlangs gesproken om hem op de alarmerende ontbossing attent te maken. Lugo heeft bij zijn aantreden beloofd de kleine minderheid indianen in zijn land te helpen. Indiaanse organisaties proberen al jaren om gehoord te worden in hun strijd rondom ontbossing van hun leefgebied. Tot nu toe heeft het weinig opgeleverd, maar zij hopen met het huidige presidentsschap op nieuwe kansen. Hoewel de indianen ook sceptisch blijven. De bedrijven die voor de ontbossing zorgen hebben nu eenmaal grote economische macht.

Over de grens in Argentinië zijn dezelfde geluiden te horen. De Wichi, een indiaanse groep die de Argentijnse Chaco bewonen, hebben het heft in eigen handen genomen, na vele protesten waar geen gehoor aan werd gegeven. Op papier hebben de indianen de grondrechten, maar in realiteit houdt niemand hier rekening mee. De bulldozers blijven deze gebieden ontbossen, en de regering doet niks. Onlangs hebben de Wichi eigenhandig meerdere bulldozers tegengehouden op hun grondgebied, waarmee zij demonstreren dat zij andere maatregelen gaan nemen om hun grond te beschermen.

Het komt veelvuldig voor dat de indianen officieel grond toegewezen krijgen na rechtzaken, maar vervolgens nooit de eigendomsrechten in handen krijgen. De grondbezitters willen de grond niet afstaan, ondanks dat zij officieel niet meer de eigenaren zijn. Iedere instantie waar de indianen aankloppen om hun recht te behalen, wast zijn handen in onschuld, knijpt een oogje dicht. Totdat het te laat is, en ontbossing tóch heeft plaatsgevonden.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de situatie van de Enxet indianen van comunidad Yakye Axa, zie artikel 'Paraguayaanse indianen teren op loze beloften'. Door de Inter-Amerikaanse Rechtbank voor Mensenrechten hebben zij 3 jaar geleden al hun grond toegewezen gekregen. Tot op heden leven zij nog steeds langs de Trans-Chaco weg in erbarmelijke omstandigheden, omdat het veebedrijf gevestigd op hun grond weigert te vertrekken. En niemand doet wat. Iedere instantie schuift de verantwoordelijkheid af op anderen.

Corruptie, dubbele agenda’s, loze woorden en beloftes..

zaterdag 17 januari 2009

Hedendaagse slavernij

Gisteren had ik een onverwacht gesprek met mijn mennonietse buurvrouw en huisbazin, wat ik even kwijt moet. Pff, wat een conservatief gedachtegoed zeg! Ik ben er subtiel op ingegaan, voorzichtig met hoe ik dingen uitdrukte, en vooral niet laten blijken dat ik wel degelijk een kant kies in deze ingewikkelde situatie van naast elkaar levende culturen, en dat het níet die van de mennonieten is..
Weet je, voor hen zit het heel simpel in elkaar, omdat het allemaal Gods weg is. God heeft hen naar de Chaco gebracht. God wil dat zij hard werken, en de indianen Zijn Woord brengen en hen laten zien wat de juiste weg, de weg van de toekomst is.
Eigenlijk nog best wel open-minded zei mijn buurvrouw: “Ze hoeven niet eens persé te worden als de mennonieten, of als andere gelovigen, daar gaat het niet om. Het gaat om de bijbel. In de bijbel staan Gods woorden, dát is de waarheid. Zó moet iedereen worden, en het is onze taak om hen (‘de wilden’) dat te leren.”

We begonnen dit gesprek doordat ze kwam vragen of ik mijn stoep wilde vegen, aangezien dat ook bij mijn stek hoort.. Een beetje verbouwereerd antwoordde ik dat ik dat morgen zou doen. Ondertussen dacht ik: “Waar bemoei je je mee, zeg? Als het bij mijn stek hoort, heb jij er niets over te zeggen!” Maar goed, ik moet haar echt te vriend houden, en bovendien ben ik zo’n perfecte huurder dat ik mijn stoep in de snikhitte al meerdere keren geveegd heb sinds ik hier woon, omdat ik zelf ook van opgeruimd houd. Ondanks dat ze me de hele dag in de gaten houd, heeft ze dat kennelijk nooit opgemerkt..
Ze vertelde dat haar schoonmaakster er vandoor is gegaan, en ze zich nogal bedrogen voelt. Haar schoonmaakster had namelijk in eerste instantie zelfs gevraagd of ze het nieuwe jaar een dag extra kon komen werken. Daar ging buurvrouw mee akkoord, en nu is ze ineens in dienst gegaan bij een andere familie. Wel heeft ze buurvrouw nog aangeboden iemand anders te sturen. Buurvrouw heeft een kleine scène geschopt, want zij wil geen anderen. “Die weten namelijk niet hoe ze moeten schoonmaken. Er zijn er maar weinigen die dat kunnen; goede schoonmaaksters zijn zeldzaam. Die mensen zien namelijk niet wat vuil is. Kennen geen hygiëne”. Ze zegt dat zelfs haar ex-schoonmaakster niet alle vuil zag, maar wanneer zij zich verplaatste in waar ze vandaan kwam, kon ze dat wel begrijpen..

Voor alle duidelijkheid: Bijna iedere mennonieten familie heeft een indiaanse schoonmaakster; liefst twee. Voor mij een hedendaags voorbeeld van slavernij, wat pas teniet gedaan zou worden wanneer ik een blanke zie schoonmaken of tuinieren in andermans huis. De knechten (lekker bijbels woord) gaan namelijk naar een aparte wc; een hok achterin de tuin. En krijgen voedsel, wat ze buiten moeten opeten. Vaak hebben ze een lening of voorschot nodig om bijvoorbeeld naar het ziekenhuis te kunnen. En zo raken zij op alle mogelijke manieren afhankelijk van hun bazen. In ieder geval roept dit voor mij beelden op van slavernij tijden in Suriname. De blanken in hun grote huizen, volledig verzorgd door zwarten. Mennonieten zien hier niets verkeerds in. In de bijbel staat dat je vele slaven/knechten kunt houden, mits je ze goed verzorgd. Mijn buurvrouw is een vrome vrouw, en verzorgt haar knechten dan ook goed. Ze krijgen voedsel, en ze leent ze geld wanneer nodig. Ze praat normaal tegen ze, en mishandelt ze niet (en ik heb ook andere verhalen gehoord!). Helaas heeft ze vaak meegemaakt dat zelfs goede schoonmaaksters toch dingen stalen, en bovendien logen. Ze zegt: “Weet je, die mensen liegen en stelen, want dat wordt in hun cultuur niet als slecht gezien.” Dat dat te maken heeft met het feit dat de indiaanse culturen het idee van privé eigendommen (materialen) nooit echt hebben gekend (iedereen beschikte over dezelfde spullen, dus materialisme bestond niet), is een gedachte te ver.. Niet dat ik stelen hiermee goedpraat, maar er zit zoveel meer achter dan alleen maar de simpele beredenering dat deze mensen dus slecht zijn, en geholpen moeten worden om de juiste weg van God te vinden.

Een andere negatieve karakteristiek van ‘die mensen’ is dat zij lui zijn. En dat is iets waar een goede mennoniet absoluut niet tegen kan, want werken is hun levensmotto. Ik probeer uit te leggen dat onze definitie van ‘werken’ nogal anders is dan die van hen, en dat er voor hen andere concepten gelden die belangrijker zijn. Wat buurvrouw als ‘lui’ definiërt bij de indianen, is in feite voor hen altijd een belangrijk concept geweest in hun cultuur: Werken betekent voor hen voornamelijk voedselvoorziening (jagen, verzamelen). Maar vrije tijd, de tijd nemen om te rusten, te delen, bij elkaar te zitten, is voor hen zeker zo belangrijk en zelfs een spiritueel onderdeel van hun cultuur. De tijd nemen om met geest en lichaam in balans te komen en blijven met de dimensies in en om je heen (het voeden van je geest), is voor hen net zo van levensbelang als voedselvoorziening (het voeden van je lichaam).
Ik raak op dreef want ik kan een link leggen met mijn vorige veldwerk!: Bij de Indiaanse Trio in Suriname is het bijvoorbeeld ook van levensbelang dat je ‘gelukkig’ bent. Tevens een onderdeel van de standaardbegroeting waarvan verwacht wordt dat je daar een positief antwoord op geeft. Wanneer je niet gelukkig bent, is het je eigen verantwoordelijkheid om dit zo snel mogelijk weer te worden, om zo snel mogelijk weer in balans te komen met de verschillende dimensies om je heen (naast de fysieke wereld die we in het westen kennen, is er ook de geestenwereld), anders word je ziek en kun je zelfs sterven.

In de indiaanse culturen hier in de Chaco leer ik dat die tijd van rust en vooral het delen met elkaar en elkaars gezelschap heel belangrijk is. Dit brengt me meteen op het volgende punt wat buurvrouw ziet als een negatief aspect van de cultuur van ‘die mensen’: het delen. Buurvrouw zegt dat zij genoeg indianen kent die geld verdiend hebben, maar het vervolgens thuis moeten delen met hun gehele familie en clan. Dit willen ze vaak niet, maar ze kunnen niet anders. Er zijn namelijk altijd familieleden die ‘slecht’ zijn, niet willen werken, maar anderen wel dwingen hun geld met hen te delen.
Weer schiet ik in de verdediging. Dat delen is een concept wat heel hoog in het vaandel staat bij de indiaanse culturen (het spirituele aspect liet ik dit keer maar weg). Voorheen ging dit echter voornamelijk om voedsel. Nu is er de invloed van geld, een individueel westers middel (geld verdien je als individu als je hard werkt als individu). Logisch dat indianen die tegenwoordig geld verdienen als schoonmaakster, dit geld niet meer zomaar willen delen met hun familie. Met dit zuurverdiende geld kun je namelijk allerlei westerse luxe dingen kopen. Geld creëert individualisme en egoïsme. In onze cultuur past dit. In hun cultuur niet. Het is dus niet het ‘delen’ wat een negatief aspect is aan hun cultuur. Nee, de invloed van geld, een concept van ónze cultuur, is het negatieve aspect!
Volgens buurvrouw is de oplossing overigens simpel: Ze moeten zich losweken van hun slechte familieleden, en apart gaan wonen. De mensen die wél willen werken (en dus ‘goed’ zijn) kunnen hun zuurverdiende geld dan voor zichzelf houden! Ik dacht bij mezelf: “En dus zo worden als wij blanken…”

Oef! Hoe kun je dingen toch zo eenzijdig bekijken, zelfs met de intelligentie van buurvrouw (want ze is zeker wel snugger, die oude dame). Hoe kun je toch bedenken dat je de waarheid in pacht hebt, terwijl je niet eens communiceert met ‘die andere mensen’, op z’n minst!
Ik vrees dat het antwoord ligt in het feit dat men klakkeloos en letterlijk de bijbel, de woorden van God, volgt. Dat wil zeggen: de interpretaties die zij hieraan geven. Want zoals we allen weten is de bijbel gelukkig op vele wijzen te interpreteren. En mijns inziens heeft de bijbel meer diepgang dan het zomaar letterlijk nemen, en dit als enige waarheid te zien.
Dit fundamentalisme zorgt voor oogkleppen, arrogantie, en respectloosheid voor andere culturen en andersdenkenden. En in een wereld als in de Chaco, een vrij jonge wereld wat cultuurdiversiteit betreft (pas honderd jaar!), is dit levensgevaarlijk. De culturen zijn zo extreem verschillend, staan lijnrecht tegenover elkaar. Bovendien gaat er een heftige recente geschiedenis vooraf aan deze huidige situatie. Verder spelen de afgelegenheid van het gebied, en het klimaat een belangrijke rol en maken het leven hier niet makkelijk. Iedere cultuur heeft daar eigen oplossingen voor gevonden, maar die gaan helaas totaal niet samen. En last but not least; de missiedrang van de mennonieten.

Onze toonhoogten zijn tijdens het gesprek toch een beetje opgelopen, merk ik. Vooral die van mij, en ik besef ineens ook dat vooral ík aan het woord ben.. Naarstig zoek ik dus naar wat diplomatieke zinnen om dit gesprek tot een goed en vredevol einde te brengen. Ik zeg tegen haar: “Ik ben natuurlijk maar een buitenstaander, en voor mij zijn de grote verschillen in de culturen hier mateloos interessant. Maar ook zie ik hoe moeilijk het is om samen te werken. Dagelijks kom ik via werk deze kwesties tegen. De schuld ligt niet bij de een of de ander. Daar gaat het ook niet om. Waar het wel om gaat is dat er een manier gevonden moet worden om te leren samenwerken, elkaar te respecteren én te leren van elkaar, want de toekomst hier in de Chaco zal gezamenlijk zijn. En dat is een flinke uitdaging!”

Buurvrouw knikt instemmend, en na een korte stilte wijst ze naar mijn hangmat, en vraagt of ik af en toe in de buitenlucht slaap..

maandag 12 januari 2009

En nog wat vakantiefoto's..


Quebrada de Humahuaca - Arg


Hoog, droog, en koud


Op het zoutmeer in Argentinië


Dorpje tegen de Berg met 7 Kleuren


Villazón - grensplaats Bolivia

Toonbeeld van feminisme!

Lieve allemaal!

Het werkende leven weer begonnen voor iedereen! Na bijna een maand uit Filadelfia weg te zijn geweest, kost het me even wat moeite om mijn gedachten te ordenen en de werk-vibes weer op te roepen. Mijn eerste kop mate is alweer over mijn laptop gevlogen.. Maar ik kreeg een warm welkom op kantoor, o.a. bestaande uit een enorm kerstpakket; een rieten mand met allerlei lekkers, champagne, glazen, en een lederen agenda!

Drie weken in de koude hooglanden van Bolivia gezeten, en nu weer terug in de hitte van de Chaco. Ik kon meteen zien dat het abnormaal weinig geregend had, want de vijver bij het kantoor is compleet opgedroogd. En dat terwijl we ons in hoogtij regenseizoen bevinden! Het grillige klimaat van de Chaco.. Hoewel ook Nederland een bijzonder klimaat laat zien deze dagen: heel Nederland op de schaats! Wat baal ik daarvan zeg, dat ik dat niet mee kan maken. Voor eventjes..

Goed, wat ik vorige maand al wilde beschrijven, maar geen tijd voor heb gehad, is mijn tweede bezoek aan de comunidades begin december. Een verlaat verslag dus:

(Weer) onverwacht kon ik dit keer mee met het veldwerk-team voor een bezoek van drie dagen aan twee verschillende comunidades. Halsoverkop weer op zoek gegaan naar geschikte kleding. In een tweedehands zaakje heb ik voor weinig een katoenen bloes op de kop getikt. (Vanwege de hitte en muggen is een dunne bloes met lange mouwen van levensbelang voor mijn blanke velletje.)
Het veldwerk-team bestond dit keer alleen uit Soledad en Cintia, dus met drie vrouwen zijn we op pad gegaan in een enorme 4WD, volgeladen met voedsel en kampeerspullen. Cynthia neemt overigens haar babyzoontje altijd mee (krijgt nog borstvoeding), en Soledad had haar zoontje Josias bij zich, die zij op de route achterlaat bij haar moeder.

Na een hobbelende warme rit van een uurtje of 5 arriveerden we in het donker bij de moeder van Sole. Zij woont op het platteland, samen met haar dochter van 12(halfzusje van Sole). Ik werd meteen begroet door een onrustig rondspringend geitje, drie honden, rondstruinende kippen, 6 kleine puppies, en een veulen. De dieren lopen gewoon rond in huis (wat gedeeltelijk open is, met een zandvloer). De keuken bevindt zich achter het huis in een houten bouwwerk. Wc (latrine; houten hok met houten zit, zonder doorspoelen) en douchehok (mbv een teiltje) achter in de tuin. Elektriciteit op gezette uren, wat alleen gebruikt wordt voor verlichting en een koelkast.
Naast het warme onthaal van de dieren, kreeg ik ook een warm onthaal van de moeder van Sole. Aangezien het al vrij laat was, maakten we ons na het drinken van wat terere meteen klaar om te gaan slapen. Tot mijn verbazing werden er vanuit allerlei kanten bedden tevoorschijn getoverd, om in de buitenlucht te slapen! Erg aangenaam, want het was warm en benauwd. Halverwege de nacht begon het echter te onweren, en met man en macht hebben we alle bedden onder het afdak weten te plaatsen. Een uur later bleek de regen echter zo fel dat we het niet droog hielden, en weer met man en macht alle bedden terug naar binnen gesleept hebben. De rest van de nacht heerlijk geslapen.

De volgende ochtend bleek het een druilerige dag te zijn, en vanwege de stortregens van afgelopen nacht onmogelijk om de comunidades per auto te bereiken (zelfs niet met onze dikke 4WD!). We besloten om die dag maar thuis te blijven. Sole vatte nog het plan op om te paard naar de comunidades te gaan. Dat had ik gaaf gevonden! Maar uiteindelijk is dat niet doorgegaan.
Sole's moeder beschikt naast bovengenoemde dieren ook nog over zo'n 20 koeien, een heleboel schapen, geiten, een aantal varkens, kalkoenen, kippen, en paarden. Ik geloof dat ik alle boerderijbeesten nu ook wel genoemd heb.. Ze maakt zelf kaas, melk, en honing. Heel veel werk wanneer je alleenstaand bent, dus ze staat op in de vroege uurtjes!
Het echte pure boerderijleven in de Chaco: Vond het een hele ervaring om het mee te maken, en moest als westerse tut soms best wel even mijn zinnen verzetten. Zo zat ik al met moeite een enorm stuk vlees van een bot te verorberen, waarbij het beste deel het merg is wat je uitzuigt, en ik als eregast had gekregen.. Bleek ik niet de enige bottenknager te zijn.. Naast mij op de grond had de kat net een enorme muis te pakken, beet zijn strot door, en knaagde vrolijk met mij mee.
En toen ik later naar de wc ging achter in de tuin, vond ik daar de schattige puppies, heerlijk knus liggend tegen die stinkende en lekkende latrine aan.. Later kwam Josias me een puppie brengen, wat ik zo lief vond van 'm, dat ik het beestje, onder de vlooien, maar geknuffeld heb, zoals hij me voordeed.

De tweede dag was de regen opgehouden, en zijn we gedrieën (en Cintia's baby) op pad gegaan naar de comunidades La Palmera en Tembey. Dit bleek een uur durende rit te zijn en vanwege de regen was de normale weg afgesloten, en moesten we weer dwars door het bos. Na de moeder van Sole was dit het tweede voorbeeld van een absoluut toonbeeld van feminisme. Kleine Sole (25 jaar!)achter het stuur van die enorme 4WD, scheurend door flinke modderpoelen, wegslippend in diepe moddersporen. We moesten palmen omhakken en wegslepen om de 'weg' vrij te maken. De weg bestond overigens niet. Het was een bandenspoor van andere vehicles, en er waren er meerderen, kriskras door het homogene palmenbos, waarbij oriëntatie mijns inziens onmogelijk was. Een aantal keren kwamen we vast te zitten, en moesten we ons uit de modder uitgraven, waar we tot onze knieën in stonden. Voor mij allemaal een groot avontuur, voor hen een normale werkdag. Wat een stoere meiden!

Uiteindelijk kwamen we aan in La Palmera. We reden er doorheen, onderweg een aantal mensen groetend. O.a. Angélica, een anciana, van wie haar man een sjamaan is; een gerespecteerd ouder koppel in het dorp dus. Angélica is heel open, keek me met grote ogen aandachtig en van dichtbij aan, en zei tegen Sole (in het Guaraní) dat ze me eigenlijk wel wilde hebben voor haar man.. We belandden in de aangrenzende comunidad Tembey, waar we uitstapten bij het huis van de leider. Een flinke groep verzamelden zich rondom ons, en in de schaduw van een boom werd er over en weer gesproken over verschillende onderwerpen. Een daarvan was de aankoop van een viertal koeien. PCI financiert een aandeel. De koeien zijn van een van de dorpsbewoners, die het handig aangepakt heeft, en inmiddels een aardige veestapel heeft. Sole ging met de leider en de eigenaar in onderhandeling over de prijs, en daarna is de aankoop gedaan. Daarmee blijft het geld binnen de comunidad. Overigens was de grap van het gesprek dat de beste melkkoeien uit Holanda komen.. Ja, serieus, de Hollandse melkkoeien zijn bekend in alle hoeken en uitwegen van de Chaco!

Het viel me op hoe open de mensen waren, ze praatten veel en uitten hun gedachten (de meiden vertaalden voor me tussendoor). Dat ben ik totaal niet gewend van mijn veldwerk in Suriname. Sole legde me echter uit dat dit niet standaard is. Op het moment zijn de mensen heel tevreden; er is (regen)water, en de akkers liggen er goed bij (keurig bijgehouden akkers en fruitboom-tuinen vol in bloei overigens; dat heb ik ook wel eens anders gezien!). Als ze tevreden zijn, is het veel makkelijker communiceren dan in de droge wintertijd, wanneer ze met moeite kunnen overleven.

Het tweede onderwerp betrof de nieuwgebouwde aljibe (waterput). In de bodem zat een lekkage. Sole stelde voor om het te laten repareren door een man uit het dorp van haar moeder, die er de juiste materialen en kunde voor heeft. Vervolgens zijn wij, samen met de leider, teruggereden om met deze man te praten.
De man ging akkoord, en reed meteen weer mee met ons naar de comunidad om de schade op te maken. Besloten werd om de volgende dag de lekkage te verhelpen. Na nog wat gepraat te hebben met de leider, zijn we teruggegaan richting Sole's moeder. Vanwege de regen hebben we het kamperen in de comunidades maar voor een volgende keer bewaard. We namen twee jongens uit het dorp mee, die mee moesten helpen met het inladen van zand voor de reparatie de volgende dag.

De volgende dag zijn we in alle vroegte, de achterbak volgeladen met zand en andere bouwmaterialen, de twee jongens, en de reparateur, teruggereden naar de comunidades. Terwijl de mannen flink aan de slag gingen bij de aljibe, besloten wij om in La Palmera te gaan praten met de vrouwen. We hebben daar uren onder een boom zitten praten met een groep van zo'n 20 vrouwen. Een groot deel van Sole en Cintia's werk bestaat hieruit; praten met de vrouwen(organisatie). De vrouwen uiten dan hun gedachten, ideëen, en problemen, en samen wordt er gepraat over mogelijke plannen en oplossingen. Natuurlijk moest ik mezelf voorstellen, waarbij er nogal gelachen werd, waardoor ik me ongemakkelijk voelde, maar goed.
Vervolgens had ik, bij gebrek aan het verstaan van de taal, geen andere keuze dan urenlang lichaamstaal (en lichaamsdelen zoals borsten, waar 5-jarige kinderen aan lurken; sorry hoor, maar het is zo'n raar gezicht!) te observeren. En de anciana Angélica, die naast mij zat, observeerde op haar beurt mij de hele tijd.. Op een gegeven moment haalde Sole sesamzaad tevoorschijn, als nieuw probeersel voor de akkers. Vervolgens demonstreerde ze dit op een van de akkers, en geïnteresseerde vrouwen kregen een zakje mee.

De twee onderwerpen die vooral aan bod kwamen, waren het watersysteem bij de school, en de wens om geld te genereren. Wat betreft het eerste: Eerder waren de vrouwen overeengekomen dat zij zorg zouden dragen voor het watersysteem wat met behulp van PCI aangelegd en gefinancieerd zou worden (dakgoten en een waterpomp bij de waterput). Het idee kwam vanuit de vrouwen zelf, na vele gesprekken (met en zonder PCI), en werd kortgesloten. Echter toen Sole en Cintia een volgende keer weer langskwamen, kregen zij een boze leider en een aantal mannen op hun dak. Foutje van ons veldwerkteam: Ondanks dat het idee van de vrouwen zelf kwam, en PCI het slechts wilde begeleiden, heeft zij verzaakt om de leider in dit plan te betrekken. Dit kwam eigenlijk doordat hij een tijdje niet aanwezig was in het dorp, maar dan nog. Het heeft Sole en Cintia een aantal bezoeken gekost voordat de gemoederen weer bedaard waren. De leider en de mannen voelden zich nogal gepasseerd; machismo, en genderkwesties is iets waar serieus rekening mee gehouden moet worden, zeker wanneer er gewerkt wordt met iets nieuws als vrouwenorganisaties. Vertrouwen is zelfs na jaren samenwerking nog altijd snel beschadigd, wanneer cultuuraspecten over het hoofd worden gezien. Situaties als deze blijven dus waardevolle lessen voor PCI in haar werk met de comunidades.
Nu tijdens ons bezoek is er samen met de leider en de vrouwen het definitieve plan opgesteld, en gaat de aanleg van het watersysteem alsnog plaatsvinden, waarbij de vrouwen de verantwoordelijkheid zullen dragen voor het water en het onderhoud.

Het tweede onderwerp is het genereren van geld in de gemeenschap. PCI heeft zich tot nu toe vooral gefocused op agricultuur als voedselbron op een zelfvoorzienende manier (d.w.z. zonder noodzaak van geld). Echter de vrouwen laten meer en meer blijken dat dit niet voldoende is voor hen. Zij vertellen dat zij tegenwoordig ook geld nodig hebben. Hun leven is veranderd in de laatste decennia, en door contact met de buitenwereld zijn zij in aanraking gekomen met sommige facetten en producten, die zij geïncorporeerd hebben in hun levensstijl. Een voorbeeld daarvan is het drinken van terere; iets wat zij net zo graag doen als alle Paraguayanen. Andere voorbeelden zijn alcohol en sigaretten. Dit mag dan negatief op ons overkomen: Maar wie zijn wij om hen dat te verbieden, terwijl we daar zelf van genieten? Het geven van feesten is ook een belangrijk doel. Feesten (met traditionele dansen, en spirituele aspecten) is altijd al van groot belang geweest voor hun cultuur, tegenwoordig behoort alcohol van buitenaf hiertoe.
Nu gaan veel dorpsbewoners overstag voor houtkap om geld te genereren.. Hoe tegenstrijdig! Deze comunidades hébben dus grond en bos (voorheen leefden deze mensen ook in de berm van de Trans Chaco weg, maar door de inzet van een buur-ngo van PCI (Tierraviva) hebben zij grond toegewezen gekregen en een comunidad kunnen opbouwen), maar vernietigen hun eigen bos voor geld!
Gelukkig legde Sole me uit dat het vernietigen wel meevalt; het is tot nu toe op kleine schaal. Maar PCI moet hier wel rekening mee gaan houden, en luisteren naar wat de mensen willen. Het is hun toekomst. Als zij voor geld kiezen en een andere toekomst dan wij wellicht als idyllisch plaatje in ons hoofd hebben, dan zal PCI hen daarbij vergezellen. Er zal dus gekeken moeten worden naar nieuwe plannen voor het verdienen van geld. Bijvoorbeeld door de verkoop van honing. Hiervoor is ten eerste dan een afzetmarkt nodig. Ook zijn de vrouwen al bezig met de productie en verkoop van zeep (van een natuurlijke plant gewonnen).

Na de gesprekken zijn we teruggereden naar Tembey waar de aljibe inmiddels gerepareerd was. We praatten nog even wat na met de leider, en toen zat ons bezoek erop.

Al met al vormden deze twee dagen flinke eye-openers voor mij, wat betreft het werk in de comunidades, en hoop ik gauw weer mee op pad te kunnen met de meiden!

Flinke lap ten einde.

zondag 11 januari 2009

Vakantiefoto's


Jessie en ik op het zoutmeer van Uyuni (Bolivia)


Cactus eiland


Magisch en hallucinerend


Potosí


Oud & Nieuw in La Paz